Je hebt het door.
Maar je stopt niet.
We willen het wel.
Maar we kúnnen het niet.
De angst iets te missen –
sterker dan onze wil.
Het gebeurt vanzelf.
Als een fluistering van binnenuit
sturen diep gewortelde patronen
ons terug naar het scherm.
Eén blik wordt er tien.
Tien blikken worden een uur.
Een uur wordt een gewoonte.
We voelen het wel,
ergens diep vanbinnen –
de drang om te kijken,
te reageren,
te volgen,
te weten.
We weten dat het ons afleidt.
We weten dat het ons berooft.
En toch doen we het.
Steeds opnieuw.
Pas wanneer we werkelijk stil worden,
zien we de werkelijkheid helder:
Met iedere blik op ons scherm
verliezen we iets essentieels.
Niet alleen tijd.
Maar momenten.
Kleine, kostbare momenten
die nooit meer terugkomen.
Momenten waarin we écht verbonden
hadden kunnen zijn –
met anderen
én met onszelf.
Ons paradigma bepaalt
wat we kunnen zien.
Maar ons bewustzijn
bepaalt hoe we leven.
En juist dát bewustzijn –
scherp, helder, wakker –
is wat ons bevrijdt
van het patroon
dat ons gevangen houdt.
Zó bang om iets te missen,
dat je mist wat je het meest nodig hebt.