Nog niet zo lang geleden lag informatie niet voor het oprapen en wanneer we daar behoefte aan hadden, gingen we voor die kennis naar een bibliotheek met een duidelijke zoekopdracht.
Gefocust en gericht gingen we aan de slag, en na verloop van tijd verlieten we de bibliotheek met de informatie die we zochten.
Maar wie kent tegenwoordig niet de ervaring dat je op je telefoon of laptop gaat om iets op te zoeken – na een lange afdwaling stopt, verder gaat met andere activiteiten – om vervolgens te beseffen dat je bent vergeten überhaupt op te gaan zoeken wat je van plan was.
Hoe kan dit?
Omdat we in deze tijd allesbehalve een informatietekort hebben.
We lijden aan permanente informatie-inflatie. Alles continu binnen handbereik. Letterlijk.
Daarentegen hebben we een aandachts-tekort omdat we van alle kanten bestookt worden met digitale dopamineregens en ons brein inmiddels geconditioneerd is steeds snel te schakelen en de aandacht probeert te verdelen.
Funest voor: creativiteit, efficiëntie en geluk op de langere termijn – na ons shotje. En ook voor de relatie met de persoon in onze nabije omgeving.
Aandacht is schaars en duur geworden, informatie overvloedig en goedkoop.
De hoeveelheid informatie is onbeperkt en neemt dagelijks via ontelbare kanalen toe. Onze aandacht hangt samen met onze beschikbare tijd, en kent dus helaas wél een beperking. Er is simpelweg niet meer aandacht beschikbaar.
De continu gefragmenteerde aandacht maakt ons rusteloos, afgestompt, en leidt tot mentale klachten, zelfs ziektes.
Dit gaat steeds meer wringen. De informatie laat ons zien dat we van alles kunnen – en dus van onszelf moeten – vaak zonder dat het de tijdsintensieve weg laat zien, die achter de façade van het getoonde succes verscholen ligt.
Maar onze tijd blijft een heel beperkt gegeven, en daarmee ook onze aandacht.
We zullen bewuste keuzes moeten maken. We kunnen niet alles.
Steeds jonger worden we bang om verkeerd te kiezen, omdat we simpelweg niet weten wát te kiezen – terwijl dat wel wordt verwacht – allemaal omdat de verwachtingen onrealistisch hoog zijn. Niet in de laatste plaats van onszelf.
We worden geacht onze levensmissie te weten, liefst zo jong mogelijk. En voor de rest van ons leven.
Maar we veranderen toch zelf voortdurend? Dus ook onze behoeftes en wat bij ons past. Een jas die tien jaar geleden goed en als gegoten voelde, hoeft dat nu niet meer te doen. Als de jas ons niet meer past, zijn we er misschien gewoon uitgegroeid.
Tijd om onze verlangens te her-evalueren en dus ook onze ‘eigen legende’. De legende van dít moment. In deze fase van ons leven.
Voor een succesvol en gelukkig leven is het zaak weer baas te worden van onze aandacht. Zodat we net als vroeger, weer gericht en gefocust bezig gaan met datgene wat we op dat moment écht belangrijk vinden.
Vanuit onszelf, niet omdat het wordt verwacht, of omdat we het gaat delen met de online buitenwereld. De ‘vrienden’, de volgers.
Maar dan moeten we wel onverdoofd kunnen vóélen, en verbonden zijn met onszelf. Alsof we naar de offline bieb gaan – met onze gerichte zoekopdracht – zonder afleidende notificaties, altijd minder dan een armlengte bij ons vandaan.
Want wie een langetermijnhorizon kan hanteren, zal een makkelijker en meer voldaan leven gaan leiden. Wie niet verder reikt dan de korte termijn, met het snelle genot, quick fixes en de afleiding van nu, zal veel moeilijkheden en frustratie tegenkomen.
Hiervoor is het cruciaal ‘achterstevoren’ te gaan denken. Waar willen we straks onze kostbare en gelimiteerde aandacht aan hebben besteed? Wat geeft ons achteraf echt een diep voldaan gevoel?
Vervolgens passen we dat doe, in het leven van nu en alledag. Door nieuwe gewoontes en routines te ontwikkelen, die ons op de langere termijn dienen.
The Last Hour Experience maakt dit concreet voor je.
Begin with the end in mind.
Altijd online en bereikbaar zijn heeft fatale gevolgen voor onze productiviteit en gezondheid, zegt Theo Compernolle. De Vlaamse professor vecht al jaren voor een betere omgang met de smartphone op de werkvloer en op scholen. Hij ziet dat veel mensen wel willen veranderen, maar niet weten hoe. „Het is schokkend om te zien hoe weinig kennis mensen hebben van hoe hun brein werkt.”
Het interview is een paar minuten onderweg als Theo Compernolle zich verontschuldigt. „Deze moet ik even pakken”, wijst hij op zijn telefoon. Een halve minuut later meldt hij zich weer. „Waar zat ik ook alweer in mijn verhaal? Zie je, dat is multitasken. Ik ben meteen de draad kwijt.”
Twee dingen tegelijk doen, altijd bereikbaar zijn. Het zijn juist de zaken waar de neuropsychiater en bestsellerauteur al jaren voor waarschuwt. Jaren geleden raakte hij zo gealarmeerd na het lezen van onderzoeken over het probleem, dat hij er zijn missie van maakte om managers, directeuren en teams ervoor te waarschuwen.
Sindsdien gaf hij honderden lezingen, presentaties en workshops bij bedrijven en op scholen. Dat er veel mensen mee worstelen, merkt hij ook aan zijn boekverkoop. Hoewel de titels Stress, vriend of vijand en Ontketen je Brein al bijna tien jaar geleden uitkwamen, komen er nog steeds nieuwe drukken bij.
De kern van de zaak staat dan ook nog steeds overeind, constateert Compernolle. „Bij alles wat we doen laten we ons onderbreken door appjes, mailtjes en andere berichten. Dat is vervelend op ons werk, want je maakt meer fouten en het kost meer tijd om hetzelfde te doen. Maar het gebeurt ook bij zaken waar je juist volop van zou moeten genieten. Zo gaan mensen uit eten of weg met vrienden en zijn ze er nooit met hun hele aandacht bij. Er is zelfs een toenemend aantal mensen dat zich laat onderbreken tijdens het vrijen. We zijn niet meer de baas over onze aandacht. En dat weerhoudt ons ervan efficiënt, creatief en gelukkig te zijn.”
Uit onderzoek blijkt dat Nederlanders zich dagelijks minstens tachtig keer laten onderbreken door een appje, mailtje of ander bericht. In totaal verspillen we daardoor minstens drie uur per dag. Hoofdschuldige zijn sociale media, of zoals Compernolle ze volhardend noemt: ’antisociale media’. „Het is ongelofelijk gemeen wat zij allemaal inzetten om onze aandacht te trekken. Ze weten alles van de psychologie, neurologie en breinwetenschappen. Elke keer als jij klikt, scrollt of swipet geef je die kostbare grondstof die aandacht is, aan techbedrijven die er miljarden mee verdienen.”
Om te snappen wat er precies gebeurt, is het belangrijk om te weten hoe het brein werkt. „Zie het als een prachtig groot netwerk van 150 miljard cellen die allemaal met elkaar in verbinding staan. Het mooiste gedeelte is het denkbrein. Daar denken we in woorden, dat kan een dier niet. Hierdoor kunnen we creatief zijn, schrijven, tekenen of muziek maken en zijn we in staat langdurige aandacht te geven aan één onderwerp. Er zit geen grens aan, behalve dat we maar met één ding tegelijk bezig kunnen zijn.”
Dat brein wordt continu afgeleid, en dat komt door een ander gedeelte van onze hersenen: het reflexbrein. „Dat is het brein dat onze voorouders op de savanne al nodig hadden. Het stelt je in staat om te reageren op gevaar nog voordat je denkbrein iets door heeft. Levensreddend dus. Maar het is ook gemakkelijk af te leiden. Dat brein ziet namelijk geen verschil tussen een sabeltandtijger waar je voor moet wegspringen of een appje op je telefoon tijdens het autorijden.”
Altijd verbonden zijn en je laten leiden door dat reflexbrein is volgens Compernolle ’afgrijselijk inefficiënt’. „Mensen worden minder creatief, onthouden minder en gaan stomme fouten maken. Voor een ingewikkelde taak ben je soms tot wel vier keer zo lang bezig. Ons brein kan namelijk simpelweg niet multitasken.”
Op sommige plekken kan het zelfs tot levensgevaarlijke situaties leiden. „Als je op een financiële afdeling werkt en je maakt een foutje met een nulletje meer of minder is dat jammer. Maar iemand in een fabriek die zich laat afleiden kan zijn vinger, hand of zelfs leven kwijtraken.”
Het is eeuwenoude kennis, maar de neuropsychiater ziet tot zijn grote frustratie dat managers en directeuren hier ’schrikbarend weinig’ over weten. „Ik heb met ceo’s gewerkt die leidinggeven aan multinationals met tienduizenden werknemers. Maar ze hadden geen idee hoe het brein werkt en hoe je je werk goed en veilig kan doen.”
Ook zijn er nogal wat misverstanden, merkt hij. Zo denken veel mensen dat ze het niet kunnen permitteren om onbereikbaar te zijn. „Het zijn excuses van verslaafden”, verzucht Compernolle. „Ik heb alle smoesjes al duizend keer gehoord. Mensen denken vaak dat ze onmisbaar zijn. Terwijl er genoeg oplossingen zijn.”
Zo raadt hij aan om een oud Nokia-telefoontje te kopen die mensen alleen mogen bellen als het dringend is. Zo blijf je bereikbaar, maar wel zonder de verleiding van internet. „Zo zijn er nog wel tientallen oplossingen. Het goede nieuws is: aandacht werkt als spierkracht en is trainbaar. Leg je telefoon eens een uurtje weg. Dat kan al helpen.”
Bron: Dagblad van het Noorden, 4 januari 2024