Na falen volgt stilte.
Niet de stilte van schaamte –
maar het moment vlak ervoor,
wanneer iets echts zich voorzichtig aandient.
Vroeger maakte die stilte me bang.
Nu blijf ik erin.
En juist dáár hoor ik het meest eerlijke deel van mij zeggen:
Je bent er nog. Je kwam opdagen.
Dát is wat telt.
Dit is wat ik mezelf leer zeggen –
niet alleen wanneer ik sterk ben,
maar juist wanneer ik val.
🟢 Ik ben hier niet om perfect te zijn – ik ben hier om écht te zijn.
🟢 Als ik faal, betekent het dat ik in beweging kwam.
🟢 Ik val – maar ik laat mezelf niet in de steek.
🟢 Juist als ik struikel, kies ik zelfliefde.
🟢 Schaamte schrijft mijn verhaal niet meer.
🟢 Mijn fouten bepalen me niet – mijn reactie wel.
🟢 Ik adem door de angst heen, en doe het toch.
🟢 Elke mislukking draagt een boodschap – als ik durf te luisteren.
🟢 Ik heb gedaan wat ik kon. Dat is genoeg.
🟢 Groei heeft ruimte nodig. Geen perfectie.
🟢 De enige echte mislukking is mezelf opgeven.
🟢 Dankbaarheid geeft me de moed om verder te gaan.
🟢 Falen is niet het tegenovergestelde van succes –
🟢 Het is de weg ernaartoe.