Wanneer je stopt met wegrennen voor emoties – de mooie en de rauwe – gebeurt er iets bijzonders.
Kwetsbaarheid krijgt ruimte. En kwetsbaarheid verbindt.
Voor velen van ons voelt dit niet natuurlijk.
Vooral niet voor wie gewend is altijd sterk te zijn.
We vluchten liever in logica.
Analyseren onze weg uit situaties waar logica niets te zoeken heeft.
Zoals de dood –
de meest rauwe waarheid van allemaal.
Die eindigheid kun je niet negeren.
En toch proberen we het steeds opnieuw.
Omdat erkennen dat alles eindigt ons dwingt eerlijk te zijn:
Heb ik nog onafgemaakte zaken?
Waar loop ik steeds voor weg?
Wat vraagt aandacht – maar durf ik nog niet aan te kijken?
Juist dáár zit de sleutel
Geluk is de moed om het einde écht te zien.
Want alleen wie beseft dat tijd beperkt is, gaat werkelijk waarderen wat nú gebeurt.
We denken vaak dat geluk pas mag komen als we het verdienen.
Iets kopen, iets bereiken.
Geliefd zijn, succesvol zijn.
Maar écht geluk heeft geen voorwaarden.
Het zit in zijn, zonder te fixen, zonder te jagen.
Geluk is terugkeren naar jezelf.
Elke dag opnieuw.
Dat klinkt eenvoudig – misschien zelfs cliché.
Maar in een wereld die altijd méér wil, is dit misschien wel het moeilijkste wat er is.
Want we leren:
Nooit tevreden zijn.
Altijd verder, altijd meer.
En zo vergeten we stil te staan bij kleine overwinningen.
Terwijl geluk juist schuilt in eenvoud.
Wij bepalen zélf waarop we onze aandacht richten.
Wat je aandacht geeft, groeit.
Als je dat eenmaal voelt, ontstaat er ruimte.
Voor zachtheid. Voor dankbaarheid. Voor het nu.
En precies daar – in het nu – begint geluk vanzelf te stromen.
Social media verkoopt geluk als euforie.
Altijd lachen. Altijd mooi. Altijd perfect.
Maar écht geluk kent lagen:
Acceptatie – zien wat is, zonder oordeel.
Waardering – voor jezelf, je pad, dit moment.
Dankbaarheid – waardering dieper voelen.
Liefde – omdat je ergens écht om geeft.
Begin bij acceptatie.
De rest volgt vanzelf.
En hoe dieper je gaat, hoe minder angst er overblijft.
Als de dood onvermijdelijk is, dan is angst geen vijand.
Het is een uitnodiging tot zachtheid. Tot eerlijkheid.
Wanneer we stoppen met vechten, maar simpelweg durven zijn,
verliest angst haar macht.
Onze aandacht verschuift:
naar kleine momenten, een onverwachte glimlach, zonlicht door de bladeren.
Wat eerst klein leek, blijkt opeens groots.
Waardering wordt dankbaarheid. Dankbaarheid liefde.
En liefde wordt rust.
Zo accepteer je dat alles eindigt – zonder je door dat einde te laten bepalen.
Net zoals de wind, de zon en de regen dat doen.
We can be like they are.
All our times have come
Here but now they’re gone
Seasons don’t fear the reaper
Nor do the wind, the sun or the rain
We can be like they are
Come on, baby (don’t fear the reaper)
Baby, take my hand (don’t fear the reaper)
We’ll be able to fly (don’t fear the reaper)
Baby, I’m your man
La, la, la, la, la
La, la, la, la, la
Valentine is done
Here but now they’re gone
Romeo and Juliet
Are together in eternity (Romeo and Juliet)
40, 000 men and women everyday (like Romeo and Juliet)
40, 000 men and women everyday (redefine happiness)
Another 40, 000 coming everyday (we can be like they are)
Come on, baby (don’t fear the reaper)
Baby, take my hand (don’t fear the reaper)
We’ll be able to fly (don’t fear the reaper)
Baby, I’m your man
La, la, la, la, la
La, la, la, la, la
Love of two is one
Here but now they’re gone
Came the last night of sadness
And it was clear she couldn’t go on
Then the door was open and the wind appeared
The candles blew and then disappeared
The curtains flew and then he appeared
Saying don’t be afraid
Come on, baby (and she had no fear)
And she ran to him (then they started to fly)
They looked backward and said goodbye (she had become like they are)
She had taken his hand (she had become like they are)
Come on, baby (don’t fear the reaper)